Te doen gerechtigheid
Te doen gerechtigheid hebt Gij ons aangezegd. Dat woord heeft ons bevrijd, elk ander ons geknecht. Geef dat ons niets weerhoudt die lange weg te gaan. Dat elk zich nu verstout uw richting in te slaan.
Wier dagen Gij bezocht, wier harten Gij doorgrondt, voor wie Gij hebt gewrocht de aarde en de zon; wier toekomst is in U, Gij maakt hun leven waar – mocht Gij hen hier en nu bekeren tot elkaar.
Dat niemand hen kleineert die Gij wilt maken groot, voor wie Gij hebt geslaakt de boeien van de dood. Opdat wij zouden staan vrij voor uw aangezicht, getekend met uw Naam – en leven in uw licht.
(Tekst Huub Oosterhuis)